Door Christian Tsangarides
Sinds ik begin dit jaar mijn functie als coördinator voor de Oost- en Noordzee voor LIFE ben gaan uitoefenen, heb ik met veel plezier onze leden leren kennen. Met steun van de Velux Foundation ben ik gaan vissen in Ronneby met Bengt Larsson, directeur bij LIFE en actief visser, en naar het Oostzee festival in Zuid-Zweden.
Bengt nam me mee vanuit de haven van Ronneby in zijn 5 meter lange boot voor het vissen op zomerbaars in de plaatselijke wateren die zich uitstrekken tot aan de nabijgelegen archipel en uiteindelijk zuidwaarts naar Bornholm. Hij had de avond ervoor een aantal netten uitgezet, op verschillende dieptes en met verschillende maaswijdten, en we gingen vroeg op pad om ze op te halen.
Terwijl de baarsvangst ok was, waren er grote verschillen in de vangst afhankelijk van de diepte en de grootste maas was veruit de grootste winnaar. We brachten ook een handvol voorns binnen die gereserveerd waren voor een lokale familie waarvan hij wist dat ze die zouden willen hebben. Daarna was het tijd om de baars te fileren, die bestemd was voor een restaurant, en de afsnijdsels werden ingemaakt met azijn en ui. Niets verspild en een scala van markten geserveerd.
Deze korte reis toonde het ondernemerschap en het aanpassingsvermogen dat kleinschalige vissers nodig hebben om succesvol te zijn. In de Oostzee waar Bengt werkt, geldt bijvoorbeeld een zomersluiting tot 1 augustus voor soorten als kabeljauw en tarbot. Dit betekent dat de selectieve kabeljauwkorven en pontonvallen waarin hij heeft geïnvesteerd, moeten wachten. Niet-quotasoorten zoals baars bieden een alternatief, evenals innovaties zoals gerookte snoek.
Net als bij kleinschalige vissers in heel Europa vormen de stijgingen van de brandstofkosten een onmiddellijk probleem, maar het grootste probleem blijft de toegang tot de visserij. Bengt vist het hele jaar door op verschillende soorten op verschillende locaties en levert rechtstreeks aan de consument, zowel verse producten als producten met toegevoegde waarde, maar toegang is nog steeds het belangrijkste probleem, dat nog wordt vergroot door het effect van de zeer grote pelagische trawlvisserij.
Tot slot nam Bengt me mee om een nevenproject te bekijken waarbij hij betrokken is met de overheid van de Blekinge archipel om eutrofiëring te bestrijden. Het mosselkweekproject bouwt een net van mosselen onder water over het door de boeien aangegeven net. Dit is in de eerste plaats bedoeld om de Oostzee te filteren, waarbij de mosselen plankton consumeren en de hoeveelheid fosfor in de zee verminderen, en heeft als bijkomend voordeel dat de mosselen later deel zullen uitmaken van een kringloopeconomie en een voedingsbron voor de landbouw zullen vormen.