Polen: SSF's protesteren tegen de situatie in de Oostzee

Poolse kleinschalige vissers protesteren efficiënt tegen de situatie in de Oostzee
Warschau, 27 februari 2019
Marcin Ruciński
Hier vindt u de officiële PR in het Engels

Warschau, 27 februari 2019
Marcin Ruciński
Hier vindt u de officiële PR in het Engels
Dit is een kans om met beide handen aan te grijpen: oude zeebonken moeten nieuwe trucs leren!
Brussel, 20 februari 2019
Brian O'Riordan
De Europese visserijcontroleverordening wordt herzien. In verschillende recente verslagen, onder meer van de Europese Rekenkamer, is erop gewezen dat de bestaande visserijcontroles niet voldoen aan de behoeften van het GVB. Momenteel ligt een voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van de controleverordening bij het Europees Parlement en de Raad van Ministers. De wielen draaien echter langzaam in Europa, en er is een grote kans op vertraging door de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei en door de vernieuwing van het college van Europese commissarissen in september.
Er komt dus waarschijnlijk een nieuw Parlement, een nieuwe commissaris voor visserij en een herschikking van posten in DG Mare voordat er veel vooruitgang in het dossier wordt geboekt. Hoe dan ook mag de visserijsector verwachten dat begin 2021 een nieuwe verordening wordt vastgesteld. Het is de bedoeling dat zij twee jaar na de datum van inwerkingtreding wordt toegepast, die ons tot ver in 2023 zal brengen.
De sector heeft dus ongeveer vijf jaar de tijd om zich voor te bereiden op de revolutie die voor het toezicht op de vaartuigen en de vangstmeldingen is gepland. Volgens DG Mare moet het gedaan zijn met het papier. Een belangrijk probleem met papieren meldingen is de enorme hoeveelheid werk die het de controleautoriteiten oplevert.
De elektronische revolutie in de vangstaangifte zal vooral gevolgen hebben voor de vloot van kleinschalige vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter.  In het EG-voorstel staat dat "alle vaartuigen, ook die met een lengte van minder dan 12 meter, moeten een volgsysteem hebben", en dat "Alle vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 12 m moeten hun vangsten elektronisch melden".". In het voorstel wordt benadrukt dat "voor schepen met een lengte van 12 meter kunnen nu mobiele apparaten worden gebruikt die minder duur en gemakkelijk te gebruiken zijn", en dat "extra lasten voor kleine ondernemers (kleinschalige vissers) zullen worden vermeden door de invoering van eenvoudige en kosteneffectieve meldsystemen voor visserijgegevens, waarbij gebruik wordt gemaakt van betaalbare en algemeen beschikbare technologieën voor mobiele telefoons."
Terwijl de vloot met passief vistuig van minder dan 12 meter in aantal meer dan 80% van de vloot uitmaakt, meer dan 50% van de arbeidskrachten in dienst heeft en tot 50% van de visserij-inspanning in zeedagen voor zijn rekening kan nemen, draagt de SSF-vloot slechts 6% in gewicht en 12% in waarde bij aan de totale EU-vangst. In sommige landen, zoals Nederland, is de vloot slechts goed voor 1% van de nationale aanvoer. Uitgedrukt in brutotonnage (8% van de totale vloot), brandstofverbruik (6%) en motorvermogen (32%), de totale SSF-vloot een aanzienlijk geringer effect heeft dan de grootschaliger vloot.
Dit roept de vraag op waarom er zoveel nadruk wordt gelegd op elektronische controle en vangstmelding in de kleinschalige vloot? Wordt een moker gebruikt om een noot te kraken?
Hoewel dit een terechte vraag kan zijn, bieden digitale technologieën de SSF de mogelijkheid om hun bedrijf efficiënter te exploiteren, hun visreizen strategischer te plannen, hun vangsten doeltreffender te verkopen en zich zinvoller in te zetten voor het visserijbeheer. Kortom, digitale technologie biedt enorme kansen voor de kleinschalige vloot, en LIFE moedigt de SSF aan deze met beide handen aan te grijpen.
Begin december organiseerde DG Mare in samenwerking met de lidstaten een workshop over digitale hulpmiddelen voor kleinschalige visserij om de huidige initiatieven op het gebied van elektronische monitoring en vangstrapportage onder de loep te nemen. De drie sessies hadden betrekking op elektronische monitoring, digitale instrumenten voor vangstrapportage en het gebruik van het EFMZV als EU-financieringsmechanisme. In het EG-voorstel voor een nieuw EMFF na 2020, dat nu bij het Europees Parlement en de Raad ligt, wordt benadrukt dat "bepaalde verplichtingen waarin de herziening van de controleverordening voorziet, rechtvaardigen specifieke steun uit het EFMZV".waaronder "het verplichte volgsysteem en het elektronische meldsysteem voor vaartuigen voor kleinschalige kustvisserij, en het verplichte elektronische volgsysteem op afstand".
Een volledig verslag van de bijeenkomst is beschikbaar op de website van DG Mare (https://ec.europa.eu/newsroom/mare/document.cfm?action=display&doc_id=57359), samen met de presentaties tijdens de workshop (https://ec.europa.eu/fisheries/press/outcomes-workshop-digital-tools-small-scale-fisheries-brussels-4-5-december-2018_en).
De 16 presentaties tijdens de workshop en de daaropvolgende discussies maakten duidelijk dat de Brave New World of catch reporting niet in de coulissen staat te wachten, maar al enkele jaren bestaat. Technologische oplossingen, zoals spraakherkenning, kunstmatige intelligentie, machinaal leren en drones (onder water en in de lucht) zijn al beschikbaar en worden al gebruikt in SSF.
Hoe doeltreffend en gemakkelijk de nieuwe mobiele technologieën ook zijn, als er geen doeltreffende applicatieprogrammeerinterface (API) is tussen de mobiele technologie en de server die de vangstgegevens registreert, en als er geen infrastructuur is om de gegevensstromen te verwerken, zal de nieuwe controleverordening eerder een wegversperring zijn dan een routekaart voor een doeltreffend en efficiënt visserijbeheer in Europa. In dit verband zijn de onderling samenhangende kwesties van gegevensbescherming en privacy een bron van zorg, vooral wat betreft camerabeelden. CCTV is een belangrijk element in de nieuwe controleverordening, met name wat betreft de uitvoering van de aanlandingsplicht.
In verschillende presentaties werd benadrukt dat geautomatiseerde volgsystemen voor vaartuigen, met name bij gebruik van actief vistuig, inzicht kunnen geven in de activiteit van de vaartuigen. Doordat zij gegevens verstrekken over de positie, snelheid en richting van een bepaald vaartuig, kunnen veranderingen in snelheid en richting aangeven wanneer vistuig wordt uitgezet, gesleept en opgehaald. Dit kan dan worden vergeleken met logboekinformatie om de nauwkeurigheid van de verstrekte gegevens over het tijdstip van het uitzetten en ophalen van vistuig en de locatie van de visgronden te verifiëren.
Er was veel discussie over veiligheid op zee, waarbij verschillende deelnemers de aandacht vestigden op de het inherente gevaar van multitasking op kleine schepen in ongunstige omstandigheden op zee en met verraderlijke stromingen en getijden. Er gingen stemmen op om de vangstmelding te laten plaatsvinden na binnenkomst in de haven in plaats van de vangstmelding vóór aanlanding verplicht te stellen.
Ook de toenemende leeftijd van de kleinschalige vissers werd als een punt van zorg aangemerkt. In verschillende gevallen werd opgemerkt dat oudere vissers moeite hadden zich aan te passen aan computergestuurde en digitale technologieën. Vernieuwing tussen de generaties is een bijzonder probleem in de visserij, en de SSF vormt daarop geen uitzondering. Hiermee samenhangend is de kwestie van fouten bij het invoeren van gegevens, waardoor vangstaangiften ongeldig worden. SVerschillende beroepsbeoefenaren vestigden de aandacht op de noodzaak van adequate opleiding en van voldoende tijd voor de vissers om te leren hoe zij digitale vangstmeldingssystemen moeten gebruiken en om zich daarin te bekwamen. Ontoereikende opleiding en een gebrek aan vertrouwdheid met digitale instrumenten zouden leiden tot grote aantallen fouten die de geregistreerde gegevens ongeldig maken.
Last but not least was een belangrijke boodschap van de bijeenkomst dat de gegevens die door elektronisch toezicht en elektronische vangstaangifte voor controledoeleinden worden gegenereerd, ook voor vele andere doeleinden kunnen worden gebruikt. Zo zouden visserijbeheerders, wetenschappers en de vissers zelf veel baat hebben bij het meervoudig gebruik van gegevens uit logboeken en positiebepalingen.
Middelen:
Voorhamer en moer: https://lifeplatform.eu/control_regulation/
Speciaal verslag nr. 08/2017 van de Europese Rekenkamer: Visserijcontroles van de EU: meer inspanningen nodig https://www.eca.europa.eu/en/Pages/DocItem.aspx?did=41459

In het kader van haar driejarig project "Mainstreaming van kleinschalige visserij met een lage impact in de Middellandse Zee" gefinancierd door de MAVA-Stichting, versterkt LIFE zijn aanwezigheid ter plaatse om meer steun te verlenen aan de kleinschalige visserijgemeenschappen in de regio (klik hier voor meer informatie over het project).  Macarena Molina werd geselecteerd om LIFE te helpen bij deze belangrijke taak over de Alboran Zee.Â
Beste Macarena, welkom bij LIFE! We zijn erg blij dat je deel uitmaakt van het team. Met een achtergrond in de biologie en een aantal jaren werken aan boord van kleinschalige vissersschepen, heb je een diepgaande kennis van de sector, zowel vanuit academisch als praktisch oogpunt. Kunt u ons meer vertellen over uzelf en waar deze passie vandaan komt?
Ik begon met vissers te werken als een functionaris voor het mariene milieu en in het kader van die ervaring had ik de gelegenheid om de diepe kennis te ontdekken die vissers hebben over de zee, hun vrijgevigheid om die met mij te delen, maar ook de moeilijkheden waarmee zij als kleinschalige vloot worden geconfronteerd. Ik besloot tijd met hen door te brengen uit persoonlijke belangstelling, omdat ik van hen wilde leren en hun een beetje terug wilde geven van wat zij mij hebben gegeven door zich in te zetten voor en waarde te geven aan de zaak van de kleinschalige visserij.
U hebt een aantal jaren gewerkt aan boord van het schip van Luis Rodriguez Rodriguez, vertegenwoordiger van de Spaanse lidorganisatie Pescartes van LIFE. Kunt u ons uitleggen wat u uit deze ervaring hebt geleerd over de wereld van de kleinschalige visserij, en met name over de sector in het gebied van de Alboran-zee?
Deze ervaring heeft mij bewuster gemaakt van de uitdagingen waarvoor commerciële kleinschalige vissers zich gesteld zien, van het gebrek aan vertegenwoordiging binnen de instellingen en van het feit dat er zo weinig naar hen wordt geluisterd. Ik heb ook meer geleerd over de passie die zij in hun werk leggen en de belangstelling die zij wekken bij iedereen die hen benadert.
Wat zijn, vanuit biologisch oogpunt, de belangrijkste kenmerken van het zeegebied van de Alboran en de problemen die van invloed zijn op de plaatselijke ecosystemen en, bijgevolg, op de visserijactiviteiten?
De Alboran Zee is het "regeneratiekanaal" van de Middellandse Zee, het punt waar de Atlantische Oceaan binnenstroomt en dat door zijn stromingen de Middellandse Zee "levend" houdt. Het heeft bijzondere kenmerken die van invloed zijn op de visserijactiviteiten, zoals het aantal soorten dat in het gebied beschikbaar is, de hydrodynamische omstandigheden, het geografische en bathymetrische profiel en de verschillende ecosystemen. Het is in feite de plaats van binnenkomst en vertrek van migrerende soorten, waarvan sommige interessant zijn voor visserijbelangen.
De belangrijkste taak van LIFE is de sector op institutioneel niveau een stem te geven, maar ook de vissers te helpen hun problemen in het veld op te lossen. Wat zijn de prioriteiten die u als eerste wilt aanpakken, rekening houdend met de behoeften van de gemeenschappen in de Alboranzee?
Ik denk dat de eerste stap moet zijn het profiel van LIFE binnen de kleinschalige visserijgemeenschappen in het gebied te versterken, aangezien dat zal helpen het isolement van de sector te doorbreken, dat een van haar belangrijkste zwakke punten is. Ik streef ernaar dat de lidorganisaties de koers van LIFE bepalen, maar eerst moet ik haar uitleggen hoe zij in het algemeen met de organisatie moet omgaan.
De start van uw samenwerking met LIFE valt samen met de afronding van een belangrijk door de Carasso Foundation gefinancierd project in het kader waarvan u een coördinerende rol had: Pescados con Arte. Wat zijn de belangrijkste resultaten van een dergelijk project en zijn er goede praktijken die u zou willen aanbevelen voor navolging in andere vissersgemeenschappen in Europa?
Pescados con Arte is een zeer verrijkende ervaring geweest die de belangstelling van het grote publiek voor onze sector heeft bevestigd. Het zou geweldig zijn als andere gemeenschappen van kleinschalige visserij dit evenement in hun eigen gebied zouden kunnen navolgen, aangezien het positieve effecten zou hebben vanuit sociaal oogpunt en zou helpen om het profiel van kleinschalige vissers te verbeteren.
Als geëngageerd activiste voor de rechten van kleinschalige vissers bent u al in contact geweest met LIFE's partnerorganisatie AKTEA, het Europese netwerk voor vrouwen die in de visserij en de aquacultuur werken. Wat vindt u van zo'n beweging en welke bijdrage zou u kunnen leveren aan de groei en versterking ervan?
Ik geloof dat de bijdrage van vrouwen aan vissersgemeenschappen en de sector in het algemeen zeer belangrijk is. Het is belangrijk om ruimtes te creëren waar zij zich gesterkt en gesteund voelen om hun zorgen te delen. Aktea is in dit opzicht zeker een kans en ik zal mij ervoor inzetten dat het een nuttig instrument wordt.
♦ ♦ ♦

28 januari 2019
Jerneja Penca
De kleinschalige en ambachtelijke visserij in de Middellandse Zee is een belangrijk onderdeel van de kustgemeenschappen die zich bezighouden met visserijactiviteiten met een geringe impact, die dagelijks voor lokale aanvoer van verse vis zorgt en die een integrerend deel van het culturele erfgoed vormt. Zij hebben van nature een groot aanpassingsvermogen, wat van cruciaal belang is om de gevolgen van ecologische en economische veranderingen te verzachten. Hun veelzijdige bijdrage aan een gezonde, productieve en veerkrachtige Middellandse Zee wordt echter onvoldoende erkend door beleidsmakers en consumenten. Zij ondervinden op de markt concurrentie van grootschalige visserijproducten, buitenlandse invoer en aquacultuurproducten. Er wordt te weinig onderscheid gemaakt tussen producten van verschillende herkomst, kwaliteit, vistuig en sociaaleconomische gevolgen voor de producenten, met inbegrip van hun werkgelegenheid en welzijn.
Er zijn instrumenten nodig om de markt meer aan te zetten tot het toekennen van goede praktijken, idealiter in een transnationale context. Dit project wil bijdragen tot een meer bewuste, duurzame en verfijnde markt voor visserijproducten die de rol van de kleinschalige visserij in landen aan de Middellandse Zee naar waarde schat. Het project zal een haalbaarheidsstudie ontwikkelen voor een etiketterings- of andere marktregeling, waarbij erkenning wordt verleend aan producten van kleinschalige vissers die deugdelijke regiospecifieke ecologische en sociaaleconomische beginselen in acht nemen en toepassen.
Het consortium bestaat uit zeven personen van onderzoeks-, niet-gouvernementele en vissersorganisaties, en een adviesbureau, en bestrijkt gebieden van visserij- en mariene wetenschap, juridische en bestuursaspecten, en sociale, culturele en economische factoren in geselecteerde BlueMed-lidstaten en Libanon. Het consortium en een aantal voor de actie relevante deskundigen zullen in de periode tussen januari 2019 en maart 2020 driemaal bijeenkomen om het doel te bereiken.
Leden van het consortium
Gesteund in het kader van de BLUEMED-oproep voor startersacties 2018:Â http://www.bluemed-initiative.eu


Brussel, 16 januari 2018
Brian O'Riordan en Marcin Ruciński
LIFE roept de leden van het Europees Parlement op de amendementen 10, 19 en 39 te verwerpen, die tot doel hebben de definitie van kleinschalige visserij uit te breiden en een ongelijk speelveld in Europa te creëren.
Hoe imperfect ook, gezien de grote verscheidenheid aan kleinschalige vloten, biedt de eenvoudige definitie - minder dan 12 meter en geen gebruik van gesleept vistuig - enige basisduidelijkheid, een gelijk speelveld en vergelijkbaarheid van de visserij in de hele EU.
Over een maand zullen de leden van de Commissie visserij (PECH) van het Europees Parlement stemmen over amendementen op het voorstel van de Europese Commissie inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) voor de jaren 2021-2027.
Voor LIFE is het van cruciaal belang dat de broodnodige financiële steun die in het voorstel aan kleinschalige visserijgemeenschappen wordt verleend, ook werkelijk daar terechtkomt waar hij is bedoeld. Wij zien enkele verontrustende tekenen dat gevestigde belangen opnieuw aan het werk zijn om cruciale steun aan de kleinschalige visserijsector te onttrekken.
LIFE prijst de Commissie dat zij de juiste stap heeft gezet door voor te stellen de financieringsprioriteiten te vereenvoudigen en om te buigen van grote vlootinvesteringen en top-downbeheer naar vrije vormgeving van de operationele programma's op lidstaatniveau. In wezen is op de moeilijke situatie van de kleinschalige visserij in heel Europa gereageerd met de eis dat er een actieplan voor de kleinschalige visserij moet komen - en de acties in het kader daarvan kunnen in aanmerking komen voor een medefinancieringspercentage tot 100%.
LIFE verwelkomt deze stap, die beantwoordt aan de resultaten van onze grondige analyse in het Oostzee- en Noordzeegebied.[1] en aan de beraadslagingen van de conferentie "Voorbij 2020" van de EFMZV-belanghebbenden over "Ondersteuning van de Europese kustgemeenschappen", gehouden in Tallinn, Estland, 12-13 oktober 2017.[2]. In zijn openingstoespraak tot de conferentie benadrukte Commissaris Vella hoe bijna de helft van alle kleinschalige kustvloten maakt nog steeds verlies - vandaar de noodzaak van positieve actieprojecten ten gunste van de kleinschalige sector.
LIFE roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat echte vertegenwoordigers van kleinschalige vissers bij de opstelling van deze actieplannen worden betrokken.om ervoor te zorgen dat de broodnodige steun wordt doorgesluisd naar acties die echt een verschil zullen maken in de strijd om deze vitale sector in stand te houden.
De reactie van grootschalige belangengroepen om de definitie van kleinschalige visserij uit te breiden, komt niet onverwacht. Zij hebben enorm geprofiteerd van de vorige EFMZV-rondes. Het is hoog tijd dat Europa het speelveld gelijk trekt en steun en aandacht besteedt aan het grootste deel van de vloot (meer dan 70%), aan de kleinschalige sector die op een weinig belastende manier vist en een aanzienlijk potentieel heeft om op lokaal niveau waarde toe te voegen.
LIFE roept de leden van het Europees Parlement daarom op de amendementen 10, 19 en 39 te verwerpen. voorgesteld in het ontwerpverslag van rapporteur Gabriel Mato, die tot doel hebben de huidige, eenvoudige en algemeen geldende EU-definitie van kleinschalige visserij uit te breiden: vaartuigen met een lengte van minder dan 12 meter die geen gesleept vistuig gebruiken. Hoe imperfect ook, gezien de grote diversiteit van de kleinschalige vloten, biedt deze eenvoudige definitie enige basisduidelijkheid, gelijke voorwaarden en vergelijkbaarheid van de visserij in de EU.
De amendementen 10 en 19 van de rapporteur[3] bieden de lidstaten de volledige vrijheid om hun kleinschalige definities naar eigen inzicht vorm te geven. Zij zullen leiden tot ongelijke concurrentievoorwaarden tussen de lidstaten en het begrip van wat SSF eigenlijk is, in de war brengen: kleinschalig, weinig impact en veel sociale waarde.. In amendement 39 wordt voorgesteld de EFMZV-steun uit te breiden tot vaartuigen met een lengte van maximaal 24 meter. Deze amendementen voorzien in een enorme maas in de wet, waardoor grootschalige visserijbelangen die momenteel het beleid en het administratieve en financiële speelveld domineren, toegang krijgen tot EU-financiering tegen sterk preferentiële voorwaarden - dit staat haaks op de oorspronkelijke bedoelingen van de Commissie.
Volgende week, op 23 januari, voorafgaand aan deze cruciale stemming over het EFMZV in de Commissie PECH, zal een Hoorzitting over de toekomst van de kleinschalige visserij in de EU zal worden georganiseerd[4]. De agenda biedt de gelegenheid om de aandacht te vestigen op twee belangrijke aspecten: de noodzaak van een gedifferentieerde aanpak van het beheer van de kleinschalige visserij door middel van een specifiek EU-actieplan; en de noodzaak dat de nationale toewijzingsregelingen naar behoren rekening houden met de behoeften van de kleinschalige visserij.
Dit biedt een gouden kans om de aandacht te vestigen op de GVB-bepalingen die voorzien in prioritaire toegang voor kleinschalige visserijactiviteiten in de 12-mijlszone, in criteria van ecologische, sociale en economische aard voor de toewijzing van quota, en in stimulansen voor visserij met een lage impact met extra quota, zoals voorgeschreven in artikel 17. Tot op heden hebben deze bepalingen niet de aandacht gekregen die zij verdienen. Zij worden meer geëerd in de overtreding dan in de naleving ervan.
LIFE is teleurgesteld dat het niet is uitgenodigd om op de panels te spreken. Het is een gemiste kans. Wij hopen dat de uitgenodigde panelleden uit de Azoren, Duitsland, Ierland, Spanje en Italië, wier organisaties zowel grootschalige als kleinschalige belangen behartigen, niet alleen de lijn van de status quo zullen volgen, maar dat door hun aanwezigheid de belangen van de kleinschalige vissers naar behoren zullen worden vertegenwoordigd en verwoord.
LIFE roept alle leden van het Europees Parlement en belanghebbenden bij het visserijbeleid op ervoor te zorgen dat het sprankje hoop dat het EFMZV-voorstel de kleinschalige vissers biedt, niet verloren gaat door een al lang bestaande en duidelijke definitie van kleinschalige visserij uit te breiden. Het is niet kapot. Het werkt goed. Het hoeft niet gerepareerd te worden..
Al veel te lang zijn kleinschalige vissers vervreemd en rechteloos door het GVB. Het is hoog tijd voor verandering, tijd om de kleinschalige visserij meer centraal te stellen in het visserijbeleid, zodat kustgemeenschappen niet alleen kunnen overleven, maar ook kunnen gedijen..
[1] https://lifeplatform.eu/wp-content/uploads/2018/06/LIFE_BANS_Final_Technical_Report.pdf; zie aanbeveling 2, blz. 4.
[2] http://www.emff-now-and-then.eu/documents/DG-MARE-Conclusions-Conference-A4-03.pdf
[3] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//NONSGML+COMPARL+PE-625.439+02+DOC+PDF+V0//EN&language=EN
[4]http://www.europarl.europa.eu/cmsdata/159323/Programme%20PECH%20public%20hearing%20Future%20of%20small%20scale%20fisheries%20in%20the%20EU%20.._.pdf
Brussel, 9 januari 2019
In het licht van de stemming over het meerjarenplan voor de visserij op demersale bestanden in de westelijke Middellandse Zee, die zal plaatsvinden op 10 januari 2019 om 9.00 uur in de Commissie PECH, schrijft LIFE aan de leden van het Europees Parlement om aan te geven welke amendementen ten gunste van de kleinschalige sector moeten worden goedgekeurd.
Klik hier voor de brief aan de leden van het Europees Parlement
Toegang tot de agenda van de vergadering en streaming bekijken kan hierÂ
19 december 2018
Update: LIFE reageert op het akkoord van de Raad over zeebaars en paling
LIFE stelt met teleurstelling vast dat de visserijministers het economische belang en het sociale en ecologische belang van de commerciële visserij op zeebaars met haak en lijn niet hebben begrepen. In plaats van deze sector te belonen met een aanzienlijk hogere toewijzing, hebben zij het nodig geacht de toewijzing voor mobiel vistuig te verhogen, verdubbeling van de vergoeding voor demersale trawlers. Dit stuurt de verkeerde signalen en doet vragen rijzen over de politieke wil van de Raad om serieuze maatregelen te nemen voor de instandhouding van de noordelijke zeebaars. Het is ook een gemiste kans om de geest van Artikel 17 door vissersvaartuigen die selectief vistuig gebruiken en vangsttechnieken met minder milieueffecten toepassen, te belonen en te stimuleren met meer toegang.
Aan de positieve kant, LIFE merkt op dat het maximum van 1% voor vaste netten is opgeheven, en dat hun toelating in de loop van het jaar is verhoogd van 1,2 tot 1,4 ton.. Dit is een reddingslijn voor de vissers die kleinschalige vaste netten gebruiken in de gemengde visserij en voor wie de bijvangst van zeebaars een essentiële economische bijdrage levert aan hun moeizame bestaan.
Maar het venijn zit in de details, en wij kijken uit naar de herziene tekst van het EG-voorstel over de vangstmogelijkheden voor 2019.
Op basis van de beschikbare informatie[1] na afloop van de onderhandelingen in de Raad, LIFE is voorzichtig verheugd over de uitkomst voor het Europese palingbestand. Voor een langlevende soort als aal is het zinvol de gecoördineerde sluitingen op nationaal niveau voort te zetten en ze ruim toe te passen - voor alle levensstadia van aal, met name glasaal, en voor de recreatievisserij.
Het werk voor het broodnodige herstel van de aal is nog lang niet gedaan. Wij dringen er bij de EU-instellingen op aan een volledig, geloofwaardig en realistisch pakket maatregelen uit te werken om de Europese aal een mooie toekomst te garanderen.. Zij moet alle vormen van illegale aalvisserij uitroeien, met name "Europa's eigen ivoorhandel" - de handel in glasaal. Een allesomvattende Vangstdocumentatieregeling voor alle aalvangsten kan nuttig zijn om dit doel te bereiken. Ook moet aandacht worden besteed aan de oorzaken van de antropogene sterfte van aal buiten de visserij, met speciale aandacht voor de sterfte door turbines en de impact van zwarte aalscholvers. Zoals altijd zal LIFE alles in het werk stellen om constructieve ideeën aan te dragen die gebaseerd zijn op de ervaring van mensen uit de praktijk.
[1] Openbare informatie over de resultaten van de Raadszitting https://www.consilium.europa.eu/media/37643/st15654-en18v2.pdf
Â
17 december 2018
Brian O'Riordan
De visserijministers van de Europese Unie komen vandaag en morgen, maandag 17 en dinsdag 18 december, in Brussel bijeen voor de jaarlijkse "Kerstvisserijraad" om overeenstemming te bereiken over de vangstmogelijkheden voor 2019 voor de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Zwarte Zee. Het afgelopen jaar hebben visserijbeheerders zich positief uitgelaten over de vooruitgang op weg naar de MDO-doelstellingen, maar toch moet de Raad Visserij een delicaat evenwicht vinden tussen de bescherming van kwetsbare en kwetsbare bestanden en het toestaan van een grotere toegang die in verhouding staat tot het herstel van de bestanden.
Het is een delicaat evenwicht tussen het volgen van de voorzorgsaanpak om de bestanden te beschermen enerzijds en het ondersteunen van de economische activiteit en de bestaansmiddelen anderzijds: het combineren van milieuduurzaamheid met een eerlijke en billijke toewijzing die in het belang van iedereen is. Voor kleinschalige vissers met een geringe impact wordt de kerstraad over het algemeen gezien als een opdeling van de kerstquota, waarvan vooral de grootschaliger visserijbelangen profiteren. In het algemeen zijn de kleinschalige belangen gemarginaliseerd door een oneerlijk quotasysteem en vervreemd van quotasoorten. Dit was een belangrijke tekortkoming van de veelgeprezen GVB-hervorming van 2014, die ondanks veel beloften - met name artikel 17[1] - heeft nagelaten de ongelijkheden tussen de sectoren aan te pakken en het speelveld tussen grotere en kleinere vloten gelijk te trekken.
Dit gebrek aan quota en aan eerlijke toegang tot quota is een belangrijke belemmering voor kleinschalige visserijactiviteiten om te overleven en te gedijen en zou op 1 januari 2019 de druppel kunnen zijn als de aanlandingsverplichting volledig ten uitvoer wordt gelegd, zoals de bedoeling is. Zonder quota voor doelsoorten of choke soorten zou het nulteruggooibeleid van de EU een nulvisserijbeleid voor kleinschalige vissers kunnen worden, waardoor de meeste visserijactiviteiten feitelijk worden verboden.
Het vinden van het juiste evenwicht is bijzonder kritisch in het geval van bassen (Dicentrarchus labrax). Sinds 2015 Instandhoudingsmaatregelen voor de hele EU Â zijn ingevoerd om de visserijdruk op dit waardevolle maar zeer kwetsbare bestand te verminderen. Sinds 2015 zijn de inspanningen erop gericht de gerichte visserijinspanning op zeebaars te verminderen, onder meer door de visserij te sluiten wanneer de bestanden tijdens het paaiseizoen (in februari en maart) het meest kwetsbaar zijn, en door de visserij volledig te sluiten voor pelagische trawlers.
Na een benchmarkingproces eerder dit jaar was het ICES-advies voor zeebaars in de sectoren 4.b-c, 7.a, en 7.d-h (centrale en zuidelijke Noordzee, Ierse Zee, Engels Kanaal, Bristolkanaal en Keltische Zee) gepubliceerd in juni 2018. Daarin werd een wijziging voorgesteld van een voorzorgsaanpak in 2017 naar een op MSY gebaseerde aanpak voor 2018 en 2019. In zijn advies van 2017 over zeebaars in deze zeegebieden had de ICES aanbevolen dat de commerciële vangsten in elk van de jaren 2018 en 2019 niet meer dan 478 ton zouden bedragen. In zijn advies van 2018 voor zeebaars, dat gebaseerd is op een MSY-aanpak, heeft de ICES dit verhoogd en geadviseerd dat de totale verwijderingen (voor zowel de commerciële als de recreatiesector) in 2018 niet meer dan 880 ton en in 2019 niet meer dan 1.789 ton mogen bedragen. Het maximum van 478 ton voor 2017 hield geen rekening met de recreatievisserij; de hogere cijfers voor 2018 doen dat wel.
Dit meest recente advies van de ICES wijst op een delicaat evenwicht tussen enerzijds een slechte recrutering en een lage paaibiomassa en anderzijds een vermeende verlaging van de visserij-inspanning. Zorgwekkend is dat de ICES adviseert dat de paaibiomassa (SSB) sinds 2005 afneemt en nu onder Blim ligt. Ook zorgwekkend is de geraamde slechte recrutering sinds 2008; alleen de ramingen voor de jaarklassen 2013 en 2014 laten een gemiddelde recrutering zien. Samen met de gemiddelde recrutering voor 2013 en 2014 is de enige reden voor optimisme dat de visserijsterfte in 2013 een piek bereikte, sindsdien snel is gedaald en nu naar schatting onder de FMSY ligt.
Dit alles heeft geleid tot enig optimisme dat het medicijn wellicht werkt en dat de zeebaarsbestanden op weg zijn naar herstel. Tot op zekere hoogte wordt dit bevestigd door de vangsten en waarnemingen van de handlijnvissers van LIFE in het seizoen 2018. Hoewel goede vangsten van zeebaars fragmentarisch zijn geweest en er enig wisselend succes is geboekt, hebben vissers langs de Atlantische kust van Frankrijk, de zuidkust van het Verenigd Koninkrijk en de zuidelijke Noordzeekusten van het Verenigd Koninkrijk, België en Nederland gemeld dat zij grote hoeveelheden zeebaars net onder de MCRS hebben gezien. Dit wijst op de mogelijkheid van een rooskleurige toekomst, als deze baarzen in staat zijn te overleven om de komende 2 jaar te groeien en te paaien.
En dit is een grote ALS. Aan alle kanten wordt het lot van de baars belaagd door vele uitdagingen. Hoog op de lijst van deze uitdagingen staat de samenkomst van volwassen baarzen tijdens de wintermaanden, die beginnen in oktober en duren tot maart en soms tot juni. Dit maakt hen zeer kwetsbaar voor de gerichte en niet-gerichte visserij door grootschalige en semi-industriële kleinschalige netten. Ook de concentraties van jonge vis onder de MCRS maken hen kwetsbaar voor dit vistuig. Indien mobiele en grootschaligere vaste netten ontwijkende maatregelen nemen om deze concentraties te vermijden, kunnen de onbedoelde en potentieel destructieve gevolgen voor zeebaarsbestanden worden beperkt.
Exploitanten van mobiel en vast vistuig aanmoedigen om dergelijke ontwijkende maatregelen te nemen, het voorstel van de EG voor de vangstmogelijkheden voor 2019 voor de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Zwarte Zee  zet een dagelijkse limiet van "1% van het gewicht van de totale vangsten van mariene organismen aan boord van dat vaartuig" voor demersale trawlers, zegenvaartuigen en vaste kieuwnetten. Bas is verboden voor pelagische trawlers, die volgens de huidige wetgeving "verboden Europese zeebaars aan boord te houden, over te laden, te verplaatsen of aan te landen".
Naar de mening van LIFE zijn dit eerlijke en verstandige maatregelen, zolang ze worden ondersteund door adequate controlemaatregelen op zee en aan land. Er zijn echter veel anekdotische aanwijzingen dat dergelijke controles niet zo waterdicht zijn als ze zouden moeten zijn en dat de doeltreffendheid van de 1%-pet als stimulans om uitwijkmanoeuvres uit te voeren daardoor afneemt.
LIFE is ook bezorgd dat de 1%-drempel het einde betekent voor onze leden uit het Verenigd Koninkrijk en Nederland die in de gemengde visserij kleinschalige vaste netten gebruiken en die hun relatief kleine zeebaarsvangsten in feite niet meer mogen verkopen. Hun dagelijkse vangsten bedragen niet meer dan 20 tot 50 kg per dag, wat zou betekenen dat zij alle gevangen zeebaars moeten teruggooien. Voor vaartuigen van minder dan 10 meter die kleine hoeveelheden staand vistuig gebruiken, pleit LIFE ervoor de 1%-limiet volledig af te schaffen.
Voor 2019 zijn de zeebaarsbestanden in de Golf van Biskaje ten zuiden van de 48th parallel, en in de centrale en de zuidelijke Noordzee, de Ierse Zee, het Kanaal, het Bristolkanaal en de Keltische Zee worden nog steeds beschouwd als twee afzonderlijke bestanden, waarvoor twee verschillende beheersregelingen gelden. Volgens het onlangs overeengekomen meerjarenplan voor de westelijke wateren zullen de zeebaarsbestanden in deze twee gebieden vanaf 2020 als één worden beheerd.
Deze samenvoeging van de twee bestanden kan vanuit het oogpunt van het visserijbeheer zinvol zijn, maar er is enorme ruimte voor verbetering onder de 48th parallel. Het Franse Platform voor kleinschalige visserij (PPAF) is zeer kritisch geweest van het gebrek aan doeltreffend beheer en controle van grootschalige activiteiten, met name op de paaibestanden. Dit heeft ook de huidige en toekomstige vooruitzichten voor de zeebaarsvissers, commerciële activiteiten met de minste impact op de bestanden, sterk in gevaar gebracht.
Wij hopen van harte dat een dergelijke stap zal zorgen voor een striktere aanpak van het beheer en de instandhouding van de bestanden in beide gebieden, en dat de rechten en de beloning van deze vissen op de meest duurzame wijze zullen worden verdedigd - op basis van de drie pijlers van duurzaamheid: milieu, economie en maatschappij.
[1] Artikel 17 van de "basisverordening" (Verordening nr. 1380/2013) verplicht de lidstaten om "transparante en objectieve criteria te hanteren, waaronder criteria van ecologische, sociale en economische aard" bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden. De te hanteren criteria kunnen onder meer betrekking hebben op het effect van de visserij op het milieu, de naleving van de voorschriften in het verleden, de bijdrage aan de plaatselijke economie en de historische vangstniveaus. Binnen de hun toegewezen vangstmogelijkheden trachten de lidstaten stimulansen te bieden aan vissersvaartuigen die selectief vistuig gebruiken of gebruik maken van vangsttechnieken met een verminderd milieueffect, zoals minder energieverbruik of schade aan habitats.
Bad Schwartau, 15.12. 2018
Wolfgang Albrecht
Sehr geehrte Frau Veits
Ik wil Ihnen vooral bedanken voor het feit dat ik als lid van de BSAC de gelegenheid had om deel te nemen aan deze belangrijke werkgroep. Die Einbindung von möglichst vielen Praktikern in einen Entscheidungsprozess zur Novellierung der Kontrollverordnung, womit das Thema elektronische Überwachung und Erfassung von Daten untrennbar verbunden ist, sollte zu einer ausgewogenen und in der Praxis anwendbaren Verordnung führen. Ik en vele andere deelnemers aan de Veranstaltung zijn echter geconfronteerd met een aantal problemen bij het opstellen van de nieuwe Kontrollverordnung, die ik op korte termijn wil ophelderen.
Allgemeine Zusammenfassung
Die Absicht eine Kontrollverordnung zu erlassen, die ja die elektronische Erfassung und Übermittlung von Fangdaten umfasst- und die europaweit gelten soll, ist nur erreichbar unter Hinnahme erheblicher Kompromisse die an den unterschiedlichen
- klimatologische Verhältnissen
- hydrologische en biologische omstandigheden
- Fangmethoden en den damit verbundnen Schiffsgrößen
anzupassen sind, was naturgemäß die Umsetzung erschwert und damit die Wirkung vermindert. Dit is in ieder geval niet mogelijk in Ihrem Sinne en ook niet voor de betrokken Fischereibetriebe.
In de volgende alinea's wil ik me uitspreken over een geeignificeerde, betrouwbare en verhältnismäßigen Lösungsansatz en mijn Beitrag vanuit het perspectief van de praktijk na meer dan 40 jaar actieve Fischerei op eigen bodem.
Unterschiedliche Bedingungen
Klimatisch
Ostee Mittelmeer

Hydrologisch


Fangmethoden en die damit verbundenen Schiffsgrößen und hier besonders die Fischerei mit passiven Fanggeräten.

Risikoabschätzung
Bij de beurteilung van de nötigen Kontrollintensität ist die Fangintensität der entsprechenden Fahrzeuge wie in der geltenden KV, in Betracht zu ziehen.
Het voor het begin van de handlungsbedarfes herangezogene zahlenmäßige Übergewicht der kleinen Fahrzeuge is als argument alleen op den ersten Blick geeignet.
Bij een realistische weergave speelt niet zozeer het aantal auto's als wel de intensiteit ervan een belangrijke rol.
Bei der bei diesem Fahrzeug angewandten
Fangtechnik sind z.B. leicht 500 Kisten Dorsch
gleich 12,5 To. pro Tag möglich!
Hinzu kommen die Rückwürfe durch eine zu
geringe Selektivität, die sich immer noch um die
20% Marke bewegen, sowie eine erhebliche
Belastung der Meeresumwelt.
Met der gleichen Menge kan een inzet...
met een Fahrzeug dieser Größe
mindestens 2 Jahre auskömmlich
wirtschaften!
Of: 200 Fahrzeuge dieser Größe
fangen an einem Seetag nicht mehr als
das oben abgebildete große Fahrzeug
der Schleppnetzfischerei.
Ook die Unterscheidung: "Unter 12 m" ist nicht wirklich geeignet, wenn der Zusatz: "mit passiven Fanggeräten", fehlt. Want ook rijtoestellen met een lengte van 10 tot 12 m, die actieve Fanggeräte inbouwen (kunnen), zijn hinsichtlich hun Fangintensität anders te beurteilen dan die welke alleen passieve Fanggeräte inbouwen. Dit geldt ook voor voertuigen met een lengte van minder dan 8 meter, die in hun Fangintensität door hun grotere en technische mogelijkheden nog verder achter die van de grotere voertuigen aanzitten. (zie hieronder)
Kombiniert nur passive Fanggeräte

    Ausrüstung mit elektronischen Geräten zur Überwachung der Fangtätigkeit.
Technische Voraussetzungen, Platzbedarf.
Voertuigen van 8 tot 10 meter lang zijn hier meer geschikt, omdat ze meestal meer dan een...
Steuerhaus und eine elektrische Anlage mit Batterie und Lichtmaschine verfügen.

In het licht van de vorige ontwikkelingen is een gesonderde weergave van de technische aspecten van het project.
Zicht voor die Fahrzeuggruppe unter acht Metern vorzunehmen.
Elektronische Übermittlung von Fangdaten von See aus.
Infrage kommt aus technischen Gründen, wie vorstehend geschildert daher nur eine Übermittlung per Mobiltelefon. ( z.B. MOFI )
Die gewonnenen Erfahrungen im Jahr 1017 bei der Anwendung zur Überwachung der 20 m Tiefenlinie bei einer Ausnahme von der Dorschschonzeit haben deutlich gezeigt, dass sich selbst bei der Übermittlung von den entsprechenden Plots schon erhebliche Bedienprobleme ergeben haben, obwohl sich die Bedienung hierfür lediglich auf zwei Knöpfe begrenzt, also sehr einfach gestaltet war.
Die viel umfangreichere Übermittlung von Fangdaten von See aus ist aus diesem Grunde nicht durchführbar.
Das Mobiltelefon ist, wenn es bei einem Fahrzeug ohne Ruderhaus den Betrieb auf See überleben soll, unter der wasserdichten Kleidung zu tragen. Het Hervorholen onder deze kleiding is voor de gebruiker een grote uitdaging.
Die Bewegungen des Schiffes durch Seegang und überkommendes Spritzwasser kommen erschwerend hinzu.

(Abb. Samsung Galaxy A 5)
Die Eingabe von Fangdaten mit den gebräuchlichen Handschuhen in der kalten Jahreszeit, ist wie man auf dem Bild sehen kann nicht möglich und mit den kalten Händen, wenn man die Handschuhe auszieht, auch nicht.
Ich bitte daher dringend von einer Übermittlungsvorschrift von Fangdaten für die Fahrzeuggruppe unter 8 Meterern von See aus Abstand zu nehmen.
Elektronische Wiegeeinrichtungen (3.4.)
Ook hier is de appel in detail, omdat hier aan de Oostzee geen enkele kleine haven een Fischannahmestelle met wiegeeinrichtung heeft.

Hinzu kommt die Strandfischerei, die ook nog een gewisse Verbreitung hat.

Zur Abhilfe und für einen händelbaren Ablauf schlage ich daher vor, den Wiegevorgang, wie bisher üblich, durch den Fischer mit einer geeichten Waage am Anlandeort durchführen um die Fangmengen festzustellen.
Verkäufe an die Endverbraucher
In der Begründung des Entwurfes der neuen KV findet sich unter der Nummer 39 folgender Satz:
"Beim Verkauf an den Endverbraucher ist die Rückverfolgbarkeit nicht anwendbar. Diese Vermarktungsart ist deshalb soweit wie möglich zurückzudrängen".
Hier zag ik het volgende commentaar:
Nachverfolgbarkeit:
1. Diese Begründung ist sachlich und fachlich nicht nachvollziehbar. Als een klant in de zaak X zijn Fisch koopt, kan hij, als alle voorschriften zijn opgevolgd en die voorschriften juist zijn, zien waar zijn Fisch vandaan komt.
2. Kauft der gleiche Kunde seinen Fisch bei Fischer Y direkt am Kutter, weiß er von Anfang an wo sein Fisch herkommt. (Schiffsname, Fischereinummer)Da die Staatsmacht wohl kaum die Bratpfannen der Bürger kontrollieren will und kann läuft das Argument der fehlenden Rückverfolgbarkeit bei der Selbstvermarktung ins Leere.
Grundsätze für die Kontrolle der Vermarktung ( Art 56-66 )
Dieser Aspekt war in der Expertengruppe zwar nur indirekt ein Thema kann aus meiner Sicht der Vollständigkeit halber aber nicht unerwähnt bleiben.
Bei sinkenden Fangquoten ist die ortsgebundene Kleinfischerei mit passiven Fanggeräten, wenn sie überleben will, auf die Selbstvermarktung ihrer Fänge zu auskömmlichen Preisen angewiesen. Steeds naar het motto: "Geen massa, maar klasse"!


Die Kontrolle dieser Fänge hat sich durch die bisher angewandten Vorschriften, wie Monatsmeldung und Wiegeprotokoll bewährt und kann aus meiner Sicht im Rahmen der Risikoabschätzung aufgrund des Anteiles von durchschnittlich gerade einmal 3% an den europaweit getätigten Anlandungen beibehalten werden. Hier wordt ook de Verhältnismäßigkeitsgrundsatz en een Kosten/Nutzenanalyse gegeven.
Ik hoop dat mijn bijdrage aan de belichting van de ongelijksoortige problemen van de Kleinfischerei, in het bijzonder van voertuigen met een lengte van minder dan acht meter in samenhang met de nieuwe regeling van de KV, een bijdrage kan leveren en dat ik voor gedetailleerde informatie steeds bereid zal zijn een oplossing te zoeken.
Wolfgang Albrecht, Mitglied im BSAC/EXCOM, Vorstandsmitglied L.I.F.E und erster Vorsitzender des Fischereischutzverbandes Schleswig-Holstein.